UC21 Registreren opgewaardeerd sofinummer
De use case 'Registreren opgewaardeerd sofinummer' beschrijft de stappen voor het registreren van een tot Burgerservicenummer opgewaardeerd sociaal-fiscaal nummer (sofinummer).
Hoofdscenario
Initiatie
Ontvang bericht “opwaarderen SoFi-nummer”
De use case start met de ontvangst van het bericht “opwaarderen SoFinummer”.
In dit bericht staan de volgende gegevens:
Vraagbericht
- Identificatie afzender
- Berichtnummer afzender
- Instantie
- SoFi-nummer
- Datum-tijd van opwaarderen
Leg bericht “opwaarderen SoFi-nummer” vast
Het BV BSN-berichtnummer wordt toegekend en het vraagbericht wordt vastgelegd in het berichtenlogboek. Zie use case “Leg bericht vast”.
Autoriseer verzoek
De autorisatie is aangevraagd en verleend. Zie “Autoriseer verzoek” (Zie alternatieve scenario´s 1).
Verwerking
Controleer bericht
De inhoud van het bericht moet voldoen aan de volgende eisen:
- De identificatie afzender moet gevuld zijn (zie ook Alternatieve scenario´s 2)
- Het berichtnummer van de afzender moet gevuld zijn (zie ook Alternatieve scenario´s 3)
- De instantie moet gevuld zijn (zie ook Alternatieve scenario´s 4)
- Het SoFi-nummer moet gevuld zijn (zie ook Alternatieve scenario´s 5)
- Het SoFi-nummer moet voldoen aan de 11-proef (zie ook Alternatieve scenario´s 6)
Daarnaast is het wenselijk dat de datum-tijd van opwaarderen juist is. (zie ook Alternatieve scenario’s 7).
Controleer validiteit van de opwaardering
Het systeem controleert in het nummerregister of de opwaardering valide is. De opwaardering is valide indien:
- Het nummer in het nummerregister voorkomt;
- Het nummer in het nummerregister de status “gedistribueerd” heeft;
- Bij het nummer in het nummerregister in het veld registratie “belastingdienst” vermeld staat.
De volgende alternatieve situaties worden onderkend:
- Het nummer is niet gevonden (zie Alternatieve scenario’s 8)
- Het nummer heeft de status “aangemaakt of “uit verkeer” (zie Alternatieve scenario’s 9)
- Het nummer heeft de status “in verkeer” (zie Alternatieve scenario’s 10)
- De registratie is ongelijk aan “belastingdienst” (zie Alternatieve scenario’s 11)
Registreer opgewaardeerd SoFi-nummer
Voordat de wijziging in het nummerregister wordt doorgevoerd, wordt de oude situatie in de nummerhistorie vastgelegd. Het systeem voert de mutatie in het nummerregister uit (Zie ook alternatieve scenario´s 12):
- De status van het nummer wordt op “in verkeer” gezet;
- De datum/tijd van opwaarderen, zoals door de instantie in het vraagbericht meegegeven, wordt geregistreerd (indien de tijd niet is aangeleverd wordt 00:00:00 vastgelegd);
- De registratie waarin de gegevens van dit nummer zijn opgenomen wordt geregistreerd. Deze wordt bepaald aan de hand van de identificatie van de afzender.
- Datum/tijd van wijziging wordt vastgelegd
- De instantie wordt gewijzigd. Hier komt de instantie
(gemeentecode) te staan van de instantie die het bericht heeft
verzonden.
Afronding
Stel antwoordbericht “opwaarderen SoFi-nummer” samen
Het systeem stelt een antwoordbericht samen. In dit bericht staan de volgende gegevens:
Antwoordbericht
- Berichtnummer afzender
- BV BSN Berichtnummer
- BSN
- Berichtresultaatcode (21000)
- Omschrijving berichtresultaat (“Opgewaardeerd nummer geregistreerd”)
Leg antwoordbericht “opwaarderen SoFi-nummer” vast
Het antwoordbericht wordt vastgelegd in het berichtenlogboek. Zie use case “Leg bericht vast”
Bied antwoordbericht “opwaarderen SoFi-nummer” aan
Het antwoordbericht wordt door het systeem aangeboden aan de actor.
Vul het auditlog
Het systeem registreert in de auditlog het resultaat van alle bovenstaande stappen. De volgende gegevens worden hierbij vastgelegd (Zie alternatieve scenario´s 13):
Gegevens auditlog | Toelichting |
Huidige datum en tijd | Systeemdatum-tijd |
Identificatie afzender | DN uit het certificaat |
BV BSN-berichtnummer | Het toegekende BV BSN berichtnummer |
Berichtnummer afzender | Overnemen uit vraagbericht |
Indicatie eindgebruiker/instantie | Overnemen uit vraagbericht |
Uitgevoerde actie | De stap die uitgevoerd is |
Resultaat van de uitgevoerde actie | Resultaat van de uitgevoerde stap |
Resultaatcode | Berichtresultaatcode uit het antwoordbericht |
Wanneer alle stappen met succes zijn doorlopen, worden de voorkomens
van de betreffende stappen in het auditlog verwijderd. Van het verwerkte bericht wordt één nieuw voorkomen aangemaakt met de volgende gegevens:
Gegevens auditlog | Toelichting |
Huidige datum en tijd | Datum-tijd van de eerste stap van het auditlog van betreffende bericht |
Identificatie afzender | DN uit het certificaat |
BV BSN-berichtnummer | Het toegekende BV BSN berichtnummer |
Berichtnummer afzender | Overnemen uit vraagbericht |
Indicatie eindgebruiker/instantie | Overnemen uit vraagbericht |
Uitgevoerde actie | “Bericht verwerkt” |
Resultaat van de uitgevoerde actie | “Succesvol" |
Resultaatcode | Berichtresultaatcode uit het antwoordbericht |
Alternatieve scenario's
Alternatief 1: Autorisatie mislukt
Indien de autorisatie wordt geweigerd, wordt het volgende antwoordbericht verstuurd naar de afzender “Afzender niet geautoriseerd” (berichtresultaatcode 4). ). Daarnaast wordt een melding in het systeemfoutenlogboek opgenomen. Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 2: Identificatie afzender in vraagbericht is niet gevuld
Indien het veld Identificatie afzender van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”De afzender van het bericht moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 8). ). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 3: Berichtnummer afzender in vraagbericht is niet gevuld
Indien het veld berichtnummer afzender van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”Het berichtnummer van de afzender moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 9).Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving
worden opgenomen.
Alternatief 4: Instantie in vraagbericht is niet gevuld
Indien het veld instantie van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”De instantie moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 21007). ). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 5: SoFi-nummer in vraagbericht is niet gevuld
Indien het veld SoFi-nummer van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”Het SoFi-nummer moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 21001). ). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 6: Nummer voldoet niet aan 11-proef
Indien het nummer niet voldoet aan de 11-proef, wordt de melding “Het opgegeven nummer is onjuist” (berichtresultaatcode 21003) in het antwoordbericht opgenomen. Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 7: Datum-tijd van opwaarderen niet juist
Indien het veld datum-tijd van opwaarderen in het vraagbericht een onjuiste datum (bijvoorbeeld onjuist datumformaat of een datum in de toekomst) bevat, wordt een melding aan het nummerfoutenlogboek toegevoegd
In het nummerfoutenlogboek worden de volgende gegevens opgenomen:
Gegevens nummerfoutenlogboek | Toelichting |
Foutnummer | Uniek volgnummer |
BV BSN-Berichtnummer | Nummer van het bericht waarbij de fout optrad |
BSN | BSN waar de fout betrekking op heeft |
Indicatie van de fout | “Datum-tijd van opwaardering is niet juist” |
Datum/tijd | Datum tijd van constatering van de fout |
Status van de verwerking van de fout | Open |
Indien het nummerfoutenlogboek niet gevuld kan worden, wordt een melding in het systeemfoutenlogboek opgenomen in het systeemfoutenlogboek opgenomen. Dit heeft verder geen invloed op de verwerking van het bericht. Hierna wordt verdergegaan met de verwerking. Als het nummerregister wordt gemuteerd ten behoeve van de opwaardering, wordt de datum niet gevuld.
Alternatief 8: Het nummer is niet gevonden
Het nummer in het aangeleverde bericht is niet aanwezig in BV BSN en kan dus niet opgewaardeerd worden. De volgende melding wordt verstuurd naar de afzender “Het opgegeven nummer bestaat niet” (berichtresultaatcode 21002). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 9: Nummer heeft status “aangemaakt” of “uit verkeer”
Indien het nummer de status “aangemaakt” of “uit verkeer”heeft, wordt de melding “Het opgegeven nummer kan niet worden opgewaardeerd” (berichtresultaatcode 21004) in het antwoordbericht opgenomen. Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 10: Nummer heeft status “in verkeer”
Indien het nummer de status ‘in verkeer’ heeft, wordt de melding “Het opgegeven nummer is reeds een BSN” (berichtresultaatcode 21005) in het antwoordbericht opgenomen. Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 11: Registratie is niet gelijk aan “belastingdienst”
Indien het veld registratie in het nummerregister niet gelijk is aan “belastingdienst”, wordt de melding “Het opgegeven nummer is niet gedistribueerd aan de belastingdienst” (berichtresultaatcode 21003) in het antwoordbericht opgenomen. Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde
berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 12: Fout bij registreren opwaardering
Indien zich fouten voordoen bij het registreren van de opwaardering, wordt de melding ”Er is een fout opgetreden” (berichtresultaatcode 2) in het antwoordbericht opgenomen. Het nummerregister wordt teruggebracht in de toestand, zoals die was voor de start van de
verwerking van het bericht. Daarnaast wordt een melding aan het
systeemfoutenlogboek toegevoegd.Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 13: Fout bij vullen auditlog
Indien het auditlog niet gevuld kan worden, wordt een melding in het
systeemfoutenlogboek opgenomen. Aan de afzender van het bericht wordt de melding “Er is een fout opgetreden” (berichtresultaatcode 2) verstuurd. De verwerking van het
bericht zal stoppen. Indien het tussenstappen betreft wordt direct verdergegaan met de
afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Subprocessen
Niet van toepassing.
Belangrijke scenario’s
Niet van toepassing.
Precondities
- De actor die het bericht verstuurt is geauthenticeerd (zie use case: authenticeren).
Postcondities
- Alle ondernomen acties zijn vastgelegd in het auditlog;
- Er is een antwoordbericht verstuurd naar de actor.
Extensies
Niet van toepassing.
Speciale eisen
Niet van toepassing.