UC33 Stellen bulkvraag
De use case 'Stellen bulkvraag' stelt gebruikers in staat om meerdere vragen met betrekking tot het opvragen van het Burgerservicenummer op basis van identificerende gegevens.
Hoofdscenario
Initiatie
Ontvang bericht “Stellen bulkvraag”
De use case start met de ontvangst van het bericht “Stellen bulkvraag”. Dit bericht bevat de onderstaande gegevens:
Vraagbericht
Algemeen deel
- Identificatie afzender
- Berichtnummer afzender
- Indicatie eindgebruiker
1 of meerdere vragen
- Vraagnummer
- Voornamen
- Voorvoegsel Geslachtsnaam
- Geslachtsnaam
- Geboortedatum
- Geboorteplaats
- Geboorteland
- Geslachtsaanduiding
- Gemeente van inschrijving
- Straatnaam
- Huisnummer
- Huisletter
- Huisnummertoevoeging
- Aanduiding bij huisnummer
- Postcode
- Locatiebeschrijving
- Land vanwaar ingeschreven
Leg bericht “Opvragen meerdere vragen” vast
Het BV BSN-berichtnummer wordt toegekend en het vraagbericht wordt vastgelegd in het berichtenlogboek. Zie use case “Leg bericht vast”.
Autoriseer verzoek
De autorisatie wordt aangevraagd en verleend. Zie use case “Autoriseer verzoek” (Zie alternatieve scenario´s 1).
Verwerking
Controleer bericht
Het bericht moet voldoen aan de volgende eisen:
- Het vraagnummer moet bij 1 beginnen (zie Alternatieve scenario’s 2)
- De vraagnummers moeten oplopend zijn (zie Alternatieve scenario’s 3)
- Het bericht moet minimaal één vraag bevatten (zie Alternatieve scenario’s 4)
- Het bericht mag niet meer vragen bevatten dan het toegestane maximum, waarbij dit maximum een instelbare waarde heeft en initieel wordt ingesteld op 100.000 (zie Alternatieve scenario’s 5)
- De afzender moet gevuld zijn (zie Alternatieve scenario’s 6)
- Het berichtnummer van de afzender moet gevuld zijn (zie Alternatieve scenario’s 7)
- De indicatie eindgebruiker moet gevuld zijn (zie Alternatieve scenario’s 8)
- De vraagnummers moeten gevuld zijn (zie Alternatieve scenario’s 9)
Vastleggen te verwerken bulkvraag
Het behandelnummer wordt aangemaakt en de bijbehorende bulkvraag wordt ter verwerking vastgelegd. De volgende gegevens worden vastgelegd:
Vastleggen te verwerken bulkvraag
- Behandelnummer
- Identificatie afzender
- Bulkvraag
- Datum/tijd van vastleggen
Afronding
Stel antwoordbericht “Stellen bulkvraag” samen
De afzender krijgt een behandelnummer terug in het antwoordbericht. Het bericht wordt als volgt samengesteld:
Antwoordbericht
- Berichtnummer afzender
- BV BSN Berichtnummer
- Berichtresultaatcode (33000)
- Omschrijving berichtresultaat (“Verwerking bericht succesvol”)
- Behandelnummer
Met dit behandelnummer kan de afzender de antwoorden bij zijn vragen ophalen. Zie UC 34 “Ophalen antwoord bulkvraag”.
Leg antwoordbericht “Stellen bulkvraag” vast
Het antwoordbericht wordt vastgelegd in het berichtenlogboek. Zie use case “Leg bericht vast”.
Bied antwoordbericht “Stellen bulkvraag” aan
Het antwoordbericht wordt door het systeem aangeboden aan de afzender.
Vul het auditlog
Het systeem registreert in het auditlog het resultaat van alle bovenstaande stappen. De volgende gegevens worden hierbij vastgelegd (zie ook Alternatieve scenario´s 10):
Gegevens auditlog | Toelichting |
Huidige datum en tijd | Systeemdatum-tijd |
Identificatie afzender | DN uit het certificaat |
BV BSN-berichtnummer | Het toegekende BV BSN berichtnummer |
Berichtnummer afzender | Overnemen uit vraagbericht |
Indicatie eindgebruiker/instantie | Overnemen uit vraagbericht |
Uitgevoerde actie | De stap die uitgevoerd is |
Resultaat van de uitgevoerde actie | Resultaat van de uitgevoerde stap |
Resultaatcode | Berichtresultaatcode uit het antwoordbericht |
Wanneer alle stappen met succes zijn doorlopen, worden de voorkomens van de betreffende stappen in het auditlog verwijderd. Van het verwerkte bericht wordt één nieuw voorkomen aangemaakt met de volgende gegevens:
Gegevens auditlog | Toelichting |
Huidige datum en tijd | Datum-tijd van de eerste stap van het auditlog van betreffende bericht |
Identificatie afzender | DN uit het certificaat |
BV BSN-berichtnummer | Het toegekende BV BSN berichtnummer |
Berichtnummer afzender | Overnemen uit vraagbericht |
Indicatie eindgebruiker/instantie | Overnemen uit vraagbericht |
Uitgevoerde actie | “Bericht verwerkt” |
Resultaat van de uitgevoerde actie | “Succesvol" |
Resultaatcode | Berichtresultaatcode uit het antwoordbericht |
Alternatieve scenario's
Alternatief 1: Autorisatie mislukt
Indien de autorisatie wordt geweigerd, wordt de volgende melding verstuurd naar de afzender “Afzender niet geautoriseerd” (berichtresultaatcode 4). Daarnaast wordt een melding in het systeemfoutenlogboek opgenomen. Hierna wordt verdergegaan met de
afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 2: Vraagnummer begint niet bij 1
Indien de vraagnummer niet bij nummer 1 begint, wordt de volgende melding verstuurd naar de afzender “Vraagnummer begint niet bij 1” (berichtresultaatcode 13). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 3: Vraagnummers zijn niet oplopend
Indien de nummering van vraagnummers niet oplopend (+1) zijn, wordt de volgende melding verstuurd naar de afzender “Vraagnummers zijn niet oplopend” (berichtresultaatcode 14). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 4: Bericht bevat geen vragen
Indien het inkomende bericht geen vragen bevat, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”Het bericht moet meerdere vragen bevatten” (berichtresultaatcode 7). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 5: Bericht bevat teveel vragen
Indien het inkomende bericht meer dan het ingestelde maximum aan vragen bevat, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd “Het bericht bevat meer vragen dan het toegestane maximum” (berichtresultaatcode 6). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en
omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 6: Identificatie afzender in vraagbericht is niet gevuld
Indien het veld Identificatie afzender van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”De afzender van het bericht moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 8). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 7: Berichtnummer afzender in vraagbericht is niet gevuld
Indien het veld berichtnummer afzender van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”Het berichtnummer van de afzender moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 9). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving
worden opgenomen.
Alternatief 8: Indicatie eindgebruiker in vraagbericht is niet gevuld
Indien het veld indicatie eindgebruiker van het vraagbericht niet gevuld is, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd ”De indicatie eindgebruiker van het bericht moet gevuld zijn” (berichtresultaatcode 10). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 9: Eén of meer vraagnummers niet ingevuld
Indien één of meer vraagnummers niet gevuld zijn, wordt de volgende foutmelding naar de afzender verstuurd “De vraagnummers moeten gevuld zijn” (berichtresultaatcode 11). Hierna wordt verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen.
Alternatief 10: Fout bij vullen auditlog
Indien het auditlog niet gevuld kan worden, wordt een melding in het systeemfoutenlogboek opgenomen en moet de verwerking van het bericht stoppen. Aan de afzender van het bericht wordt de melding "Er is een fout opgetreden" (berichtresultaatcode 2) verstuurd. Indien het tussenstappen betreft wordt direct verdergegaan met de afronding, waarbij in het antwoordbericht de genoemde
berichtresultaatcode en omschrijving worden opgenomen. Indien het de laatste stap betreft, zal wel de beheerorganisatie, maar niet de afzender hierover geïnformeerd worden.
Subprocessen
Niet van toepassing.
Belangrijke scenario’s
Niet van toepassing.
Precondities
- De actor die het bericht verstuurt, is geauthenticeerd (zie use case: authenticeren).
Postcondities
- Alle ondernomen acties zijn vastgelegd in het auditlog;
- Er is een antwoordbericht verstuurd naar de actor.
Extensies
Niet van toepassing.
Speciale eisen
Niet van toepassing.