Overslaan en naar de inhoud gaan
Naslagwerk

Opnemen standaardclausules in reisdocumenten

De Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN) bevat 12 standaardclausules voor paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten. De 4 meest gebruikte standaardclausules zijn I, V, Xa en XII.

Standaardclausule I (vermelding burgerlijke staat)

De aanvrager van een reisdocument is niet verplicht de burgerlijke staat te laten vermelden in het document, maar kan dat wel laten doen. Het is raadzaam de aanvrager te informeren over deze mogelijkheid. Vermeld de burgerlijke staat (standaardclausule I) zoals aangegeven in de tabel ‘Vermelden standaardclausule I’. Gemeenten kunnen standaardclausule I niet voluit vermelden, zoals de PUN voorschrijft.

Vermelden standaardclausule 1

Burgerlijke staat

Standaardclausule I

(uitgeschreven)

Afkorting

H - Gehuwd

Geslacht houder = V

Geslacht houder = M

Echtgenote van

Echtgenoot van

e/v

e/v

W - Weduwe/weduwnaar

Gehuwd geweest met

w/v

S - Gescheiden

Gehuwd geweest met

g/v

P - Geregistreerde partner

Geregistreerd partner van

p/v

B - Gescheiden geregistreerde partner

Geregistreerd partner geweest van

b/v

A - Achtergebleven geregistreerde partner

Geregistreerd partner geweest van

a/v

Standaardclausule V (niet in staat tot ondertekening)

Standaardclausule V wordt opgenomen als een persoon niet in staat is een handtekening te plaatsen op het foto- en handtekeningenformulier. Dit komt vaak voor bij kinderen onder de 6 jaar en kan voorkomen bij personen met een aandoening of beperking. De medewerker geeft dan in de reisdocumentenmodule en het aanvraagstation aan dat een persoon niet in staat is tot ondertekening. De clausule wordt vervolgens automatisch opgenomen in het reisdocument.

Standaardclausule Xa (territoriale geldigheid)

Standaardclausule Xa (‘Uitgezonderd/Except/à l'Exception de…’) wordt voornamelijk opgenomen in reisdocumenten voor vreemdelingen en vluchtelingen. In deze clausule wordt het land vermeld waar de houder niet naar toe mag reizen (territoriale beperking).

Standaardclausule XII (geldig visum)

Standaardclausule XII verwijst naar een geldig visum of geldige verblijfstitel in het oude paspoort. Na afgifte van het nieuwe reisdocument kan de aanvrager het visum of de verblijfstitel in het nieuwe paspoort laten opnemen. Dit gebeurt door de autoriteiten die het visum of de verblijfstitel hebben verstrekt. Het nieuwe paspoort verwijst met het documentnummer naar het oude paspoort (‘Dit paspoort is afgegeven ter vervanging van paspoort nummer/This passport has been issued to replace passport number/Le présent passeport remplace le passeport antérieur no...’)..

Maak het oude paspoort ongeldig op de voorgeschreven wijze, met uitzondering van de bladzijde(n) met geldige visa of verblijfstitel. Geef het ongeldig gemaakte  paspoort terug aan de houder. Dat stelt de houder in de gelegenheid het visum of de verblijfstitel te laten overzetten in het nieuwe paspoort.

Standaardclausule XII eenmaal toepassen

Standaardclausule XII kan niet voor een tweede keer toegepast worden. Voorbeeld: een persoon is in bezit van paspoort A (geldig visum of geldige verblijfstitel) en paspoort B (met standaardclausule XII). Deze persoon wil een nieuw paspoort aanvragen (paspoort C). In paspoort C komt geen verwijzing naar paspoort A. Er kan alleen verwezen naar het voorgaande (oude) paspoort, niet naar een paspoort dat eerder is afgegeven.

Delen

Scroll naar boven