Overslaan en naar de inhoud gaan

Nieuwe Derdenaanwijzing besluit BRP vanaf 15 juli

De Wet BRP regelt dat niet alleen aan overheidsinstellingen maar ook aan zogenaamde ‘derden’ (niet-overheidsinstellingen) informatie vanuit de BRP verstrekt kan worden. Voor overheidstaken gaat het om gegevens die noodzakelijk zijn om publieke taken te kunnen uitvoeren. Voor ‘derden’ gaat het om informatie die noodzakelijk is om werkzaamheden van groot maatschappelijk belang te kunnen uitvoeren. Op 15 juli treedt een tweetal wijzigingen op het Besluit BRP in werking, waarmee nieuwe derden worden aangewezen. Dit zijn de klinisch genetische centra en de levens- en natura-uitvaartverzekeraars.

De eerste wijziging maakt het voor klinisch genetische centra mogelijk om informatie uit de BRP-V te verkrijgen met als doel het informeren van familieleden van een patiënt bij een geconstateerde erfelijke aandoening. De Vereniging van Klinische Genetica Nederland (VKGN) heeft de Richtlijn Informeren van familieleden bij erfelijke aandoeningen opgesteld. De richtlijn geeft de arts een (ethisch) kader en stappenplan om te bepalen of het nodig is om familieleden te informeren over een erfelijke aanleg in de familie en zo ja, welke familieleden het betreft. In dit kader wordt onder meer aandacht besteed aan het ‘recht op niet-weten’ en de internationale en nationale wetgeving over gegevensbescherming. Wanneer na afweging van de arts blijkt dat het nodig is om familieleden van de patiënt te informeren, dan valt deze informatietaak onder ‘werkzaamheden met een groot maatschappelijk belang’. Het klinisch genetische centrum mag voor die taak gegevens verkrijgen uit de BRP-V.

De tweede wijziging is van toepassing voor levensverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars. Zij krijgen informatie uit de BRP-V als die informatie noodzakelijk is om een uitkering te kunnen doen uit een levensverzekeringspolis of een natura-uitvaartpolis. Deze wijziging heeft als doel om de problematiek van de zogenaamde ‘slapende polissen’ op te lossen. Het komt soms voor dat het overlijden van een verzekerde met een dergelijke polis niet of niet tijdig gemeld wordt. Hierdoor ontvangen begunstigden van een dergelijke polis niet of niet tijdig de uitkering waar zij recht op hebben. Daarnaast zijn begunstigden van levensverzekeringen en natura-uitvaartverzekeringen zelf soms onvindbaar, bijvoorbeeld omdat een adreswijziging niet is doorgegeven.

Voordat informatie uit de BRP kan worden verstrekt, wordt eerst een autorisatiebesluit door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) genomen. RvIG neemt deze besluiten namens de staatssecretaris van BZK en toetst of wordt voldaan aan de voorwaarden die staan genoemd in het Besluit BRP. RvIG kan in het besluit ook aanvullende voorwaarden of beperkingen opnemen.

Delen

Scroll naar boven