Overslaan en naar de inhoud gaan

Veelgestelde vragen BRP-autorisatie levens- en natura-uitvaartverzekeraars

Op deze pagina vind je de veelgestelde vragen en antwoorden over het onderwerp BRP-autorisatie levens- en natura-uitvaartverzekeraars.

Gebruik autorisatie/taken

Alleen voor het honoreren van aanspraken van gerechtigden op opvorderbare gelden of diensten op de verzekeraar en het beëindigen van periodieke uitkeringen. De verstrekking moet worden gezien tegen de achtergrond van de problematiek van onvindbare begunstigden: het voorkomen dat levensverzekeringen niet kunnen worden uitgekeerd.

Levensverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars zijn in Bijlage IV van het Besluit BRP opgenomen als aangewezen derde en kunnen in die hoedanigheid aansluiten op BRP-V, maar zijn daartoe niet verplicht. Deze verzekeraars zijn toegevoegd aan deze categorie vanwege het maatschappelijk belang om zo beter gelden en diensten uit te kunnen keren en lijfrente-uitkeringen stop te kunnen zetten.

Gebruik autorisatie/personen

In de autorisatie zijn verschillende gegevenssets opgenomen die corresponderen met de verschillende doelgroepen in het besluit. Het is aan de verzekeraar om ervoor te zorgen dat de juiste gegevensset wordt opgevraagd die correspondeert met de juiste doelgroep, zodat niet onnodig te veel of andere persoonsgegevens van een persoon worden opgevraagd. De leverancier kan helpen bij de inrichting hiervan.

In de eerste plaats staan alle personen die ingezetene zijn van Nederland in de BRP. Daarnaast staan ook gegevens van niet-ingezetenen in de BRP. Dit zijn meestal niet-ingezetenen die (nog) een band hebben met Nederland. Zoals mensen die zijn geëmigreerd naar het buitenland of arbeidsmigranten die maar kort in Nederland verblijven. 

Let op: De BRP bevat minder gegevens van niet-ingezetenen dan van ingezetenen en de gegevens van niet-ingezetenen kunnen minder actueel zijn. Ten slotte blijven ook de gegevens van personen die zijn overleden in de BRP staan.

De BRP bevat alleen gegevens van natuurlijke personen. Bedrijven zoals uitvaartorganisaties zijn niet opgenomen in de BRP. Hiervoor wendt u zich bijvoorbeeld tot het Handelsregister.

Dat is mogelijk als de aanspraken van begunstigden op gelden opvorderbaar worden op de expiratiedatum van de verzekering, en de expiratiedatum verstreken is. De verzekeraar mag gegevens van begunstigden opvragen uit BRP-V als deze niet bij de verzekeraar bekend zijn en deze niet redelijkerwijs anderszins te achterhalen zijn door de verzekeraar.

Ja, de BRP-V kan worden geraadpleegd om in contact te komen met deze begunstigden. Bijvoorbeeld als de adresgegevens in de verklaring van erfrecht verouderd blijken te zijn.

Als een verzekeraar het vermoeden heeft dat de verzekerde is overleden, dan kan dit geverifieerd worden met een (ad hoc) bevraging van de BRP-V. Als de verzekerde is overleden is het plaatsen van een afnemersindicatie niet meer nodig. De verzekeraar, kan dan als  deze niet over gegevens van de begunstigden beschikt, vervolgens via een nieuwe ad hoc bevraging zoeken naar de begunstigde(n) om tot uitkering van gelden of diensten of het beëindigen van periodieke uitkeringen over te kunnen gaan.

De BRP-V vergemakkelijkt het zoeken naar personen maar biedt geen 100% oplossing. Zoekresultaten zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van de aangeleverde data. Het werkproces bij de verzekeraars dient ook te voorzien in de begrenzingen van het gebruik van BRP-V en hoe ermee moet worden omgegaan als zoeken in de BRP-V geen resultaat oplevert.

Aan de hand van een aantal gegevens wordt bepaald of de burger in de BRP dezelfde persoon is als de verzekerde die de verzekeraar in de administratie heeft. Hoe meer persoonsgegevens de verzekeraar beschikbaar heeft, hoe groter de kans dat er een unieke match gevonden zal worden. In het geval van verouderde of gebrekkige data kan het echter voorkomen dat er geen unieke match gevonden wordt en kan er geen afnemersindicatie worden geplaatst.
 

Men hopt met behulp van gerelateerdengegevens op de persoonslijst van de ene naar de andere persoonslijst totdat men de juiste persoon gevonden heeft.

Let op: I.v.m. conversieverschillen bij de digitalisering van de BRP in 1994 zijn gerelateerdengegevens  niet altijd opgenomen op de persoonslijst. Het kan dus voorkomen dat bij een ouder niet alle kinderen op de persoonslijst zijn opgenomen. Met andere woorden: de BRP-V is niet altijd een volledige bron.
 

Afnemersindicaties/personen

Gewoonlijk plaatsen afnemers de afnemersindicaties bij de doelgroep van wie ze mutaties in persoonsgegevens mogen ontvangen binnen korte tijd na aansluiting.  RvIG ontvangt vooraf het aantal personen bij wie een afnemersindicatie wordt geplaatst, de zgn. afstempopulatie, zodat het eerste bericht (vulbericht) kan worden afgetrokken van het berichtenverkeer i.v.m. de facturering.

Bij een grote populatie verzekerden kan vooraf worden afgesproken in welke fasering de afnemersindicaties worden geplaatst. Afronding van plaatsing vindt bij voorkeur plaats binnen het aansluitjaar   (kalenderjaar) met maximaal 3 maanden uitloop in het opvolgende jaar. Belangrijk is om met RvIG in contact te blijven over de aantallen en de planning, ook ter voorkoming van onverwachte kosten.

Nee, dat mag niet. Er mag alleen een afnemersindicatie worden geplaatst in de doelgroep waarvan de verzekeraar volgens diens autorisatie mutaties in persoonsgegevens mag ontvangen (verzekerden). Als 1 van de personen uit het resultaat uniek kan worden geïdentificeerd als de verzekerde, dan kan bij deze persoon een afnemersindicatie worden geplaatst. Is dat niet het geval, dan moet een nieuwe zoekvraag worden gesteld met meer of andere gegevens en/of gebruik makend van andere zoekmogelijkheden van BRP-V om de juiste persoon te vinden.

In de uitkeringsfase van de lijfrenteverzekering mag, in het geval van twee verzekerden, bij beide verzekerden een afnemersindicatie geplaatst worden. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in twee type lijfrenteverzekeringen, waarbij het moment van het plaatsen van de afnemersindicatie verschilt.

Bij type één wordt de uitkering, na overlijden van één van de verzekerden, aangepast naar 70% van het oorspronkelijke bedrag voor de langstlevende. In dit geval plaatst de verzekeraar bij beide verzekerden tegelijkertijd een afnemersindicatie zodra de uitkeringsfase begint.

Bij type twee wordt de uitkering aangepast naar 70% van het oorspronkelijke bedrag voor de tweede verzekerde als alleen de eerste verzekerde overlijdt. In dit geval plaatst de verzekeraar eerst een afnemersindicatie op de eerste verzekerde. Zodra deze overlijdt, controleert de verzekeraar met een ad hoc zoekvraag of de tweede verzekerde nog in leven is. Als dat het geval is, plaatst de verzekeraar vervolgens een afnemersindicatie bij de tweede verzekerde.

Afnemersindicaties worden niet automatisch verwijderd. De verzekeraar is zelf verantwoordelijk om het verwijderen van afnemersindicaties in zijn werkproces in te richten volgens het autorisatiebesluit. D.w.z. dat als de verzekerde niet langer tot de doelgroep van de verzekeraar behoort, de afnemersindicatie wordt verwijderd. In ieder geval indien de verzekerde is overleden, de verzekering tijdens de looptijd beëindigd wordt, of de expiratiedatum van de verzekering is verstreken.

Gebruik autorisatie/gegevens

Levensverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars zijn geen BSN gebruiker in de zin van de Wet algemene bepalingen  burgerservicenummer. In sectorale wetgeving is het gebruik van het BSN door levensverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars voor de werkzaamheden zoals bedoeld in het Besluit BRP niet voorgeschreven. In het Besluit BRP is opgenomen welke algemene gegevens voor de uitvoering van de benoemde werkzaamheden van de levensverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar kunnen worden verstrekt. Het BSN valt daar niet onder en de levensverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar mag bij het ontbreken van een wettelijke grondslag daarom niet voor dit gegeven geautoriseerd worden.

Juridisch/gegevens

Levensverzekeraars of natura-uitvaartverzekeraars die voor hun geautoriseerde taak gegevens opvragen uit de BRP-V mogen correcties doorvoeren in hun eigen bestand als blijkt dat de eigen gegevens incorrect of verouderd zijn. De verstrekte gegevens uit de basisregistratie worden echter niet voor andere doeleinden verwerkt dan de uitvoering van de werkzaamheden zoals benoemd in het Besluit BRP.

Het is niet toegestaan om buiten de geautoriseerde taak om verzekerden of begunstigden op te zoeken met als enige doel de gegevens van de BRP-V te vergelijken met het eigen bestand.

Gebruik autorisatie/verstrekking

Overlijdensmeldingen kunnen in principe op elk tijdstip binnenkomen. De BRP-V, de centrale voorziening, werkt 24/7. In de praktijk ontvangt de BRP-V wijzigingen van gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de bijhouding van de BRP. Zij werken over het algemeen alleen op werkdagen, maar BRP-V verwerkt deze mutaties automatisch en dat kan ook in het weekend zijn.

Gebruik autorisatie/overig

Dit is afhankelijk van meerdere factoren, waaronder de manier van samenwerking met de externe partij. Neem contact op met RvIG via info@rvig.nl om de mogelijkheden te bespreken.

Juridisch/privacy/overig

Burgers kunnen via de gemeente hun protocolleringsoverzicht opvragen. In het overzicht staat wanneer welke organisaties hun persoonsgegevens hebben opgevraagd uit de BRP. Daarnaast kunnen burgers via MijnOverheid zien welke organisaties automatisch toegang hebben tot hun gegevens (door de zgn. geplaatste afnemersindicatie). In het geval burgers vragen hebben over het gebruik van de persoonsgegevens dienen de organisaties dit te kunnen verantwoorden op grond van het autorisatiebesluit BRP.  Het moet dus uitlegbaar zijn. Ook daarom is het van belang de werkprocessen in te richten volgens het opgestelde autorisatiebesluit en de persoonsgegevens op de juiste manier op te vragen en te verwerken.

De Autoriteit Persoonsgegevens houdt toezicht op naleving van de Wet en het Besluit BRP.

Financieel/overig

Voor het gebruik van BRP-V stuurt RvIG jaarlijks (evt. via de leverancier) een factuur op basis van het te verwachten gebruik volgens een staffelindeling. Deze kosten zijn onderdeel van de BRP-regelgeving en worden jaarlijks gepubliceerd op de website van RvIG. Daarnaast brengen de leveranciers mogelijk ook kosten in rekening voor hun dienstverlening, dit gaat buiten RvIG om. De staffelindeling en bijbehorende tarieven zijn te vinden op de pagina 'Tarieven en abonnementstructuur BRP'.

De verzekeraar maakt (in overleg met de leverancier) een inschatting over het aantal berichten per jaar. Deze verwachting bestaat uit een combinatie van ad hoc zoekberichten en het berichtenverkeer als gevolg van het plaatsen van afnemersindicaties. In het formulier Financiële en Technische gegevens wordt deze informatie ingevuld en aan de hand hiervan volgt een indeling in een staffel.

Bij overschrijding van de staffel wordt de afnemer automatisch in een hogere staffel geplaatst. RvIG stuurt een aanvullende factuur van het nieuwe abonnement verminderd met de kosten die eerder in rekening zijn gebracht. Deze factuur wordt zo spoedig mogelijk na de overschrijding verzonden. Voor het volgende jaar geldt dat de afnemer in de nieuwe hogere klasse wordt ingedeeld.
 

Er vindt geen verrekening plaats als blijkt dat er minder berichten zijn gebruikt dan het minimum aantal van de staffel.

Technisch/overig

Twee weken voor de definitieve aansluitdatum krijgt de verzekeraar toegang tot de proefomgeving. Hierin kan met fictieve data de verschillende functionaliteiten worden getest.

De testdataset met gegevens waarop gezocht kan worden, is hier te vinden.
 

Ad hoc:
Vraag en antwoord telt samen als 1 bericht.

Spontaan:
Indien er een afnemersindicatie geplaatst is op de persoonslijst van een verzekerde wordt er een bericht verstuurd op het moment dat er een mutatie plaatsvindt. Bijv. bij overlijden of verhuizing. 
Elk mutatiebericht wordt geteld. 

Foutberichten:
Als er een fout optreedt in het proces, wordt er een foutbericht gestuurd. Dit geldt zowel voor de ad hoc bevraging als voor de spontane berichten. Ook foutberichten worden meegeteld in het berichtenverkeer. 
 

Uitfaseren mailboxserver

Op dit moment kunnen afnemers nog persoonsgegevens uitwisselen is via de mailboxserver (ook bekend als de GBA-berichtendienst). Via de mailboxserver worden berichten verstuurd voor het bijhouden, synchroniseren en verstrekken van persoonsgegevens. RvIG gaat de mailboxserver uitfaseren en deze verouderde techniek vervangen door de BRP Berichten API. Ga hierover in gesprek met je leverancier.

Bekijk de pagina 'Veelgestelde vragen vervanging mailboxserver' voor meer informatie
 

Scroll naar boven