Aanvragen reisdocumenten voor vluchtelingen
Erkende vluchtelingen kunnen een reisdocument voor vluchtelingen aanvragen. Met dat reisdocument kan de houder reizen buiten Nederland, maar niet naar het land van herkomst. De aanvrager moet aan verschillende voorwaarden voldoen.
Recht op aanspraak reisdocument vluchteling vaststellen
Een vluchteling heeft recht op een Nederlands reisdocument van maximaal 5 jaar als hij in het bezit is van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde of onbepaalde tijd. Een reisdocument kan geweigerd worden als betrokkene is opgenomen in het Register paspoortsignaleringen (RPS). In de tabel ‘Vaststelling aanspraken op reisdocument vreemdelingen en vluchtelingen’ staat welk reisdocument verstrekt mag worden bij welke verblijfsvergunning en verblijfstitel.
Documentnummer | Verblijfstitel | Soort reisdocument |
---|---|---|
I (verblijfsvergunning voor bepaalde tijd regulier) | 21, 22, 23, 24, 28, 29, 30, 35, 36, 37 of 38 | Reisdocument voor vreemdelingen |
II (verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd regulier) | 25 | Reisdocument voor vreemdelingen |
III (verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel) | 26 | Reisdocument voor vluchtelingen |
IV (verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd asiel) | 27 | Reisdocument voor vluchtelingen |
V (EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene) | 25 | Reisdocument voor vreemdelingen |
V (EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene) | 27 | Reisdocument voor vluchtelingen |
Heeft de aanvrager geen recht op een reisdocument voor vluchtelingen, dan komt de aanvrager misschien in aanmerking voor een reisdocument voor vreemdelingen.
Verschil in gegevens BRP en verblijfsdocument
Als de nationaliteit in de Basisregistratie Personen (BRP) onbekend is en op het verblijfsdocument wel vermeld staat, dan is het verblijfsdocument leidend voor de bepaling van de nationaliteit. En daarmee is het verblijfsdocument ook leidend voor de vaststelling van de territoriale geldigheid van het reisdocument.
Wanneer de nationaliteit in de BRP bekend is en niet overeenkomt met de nationaliteit op het verblijfsdocument, neemt u dan contact op met de Ketenservice van de IND: telefoonnummer 088-0430500. Dit geldt ook wanneer de gegevens over het verblijf (verblijfstitel) uit de BRP niet overeenkomen met de gegevens van het verblijfsdocument.
Geldigheidsduur reisdocument voor vluchtelingen
De regels voor de geldigheidsduur van reisdocumenten voor vluchtelingen staan in de Paspoortwet (artikel 11) en in de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (waaronder artikel 16). Het type verblijfsvergunning (verblijfstitel of nummer verblijfsvergunning) bepaalt de geldigheidsduur van het reisdocument. De tabel ‘Geldigheid reisdocument bij verblijfstitel’ toont de geldigheidsduur van het reisdocument bij een bepaalde verblijfstitel. De tabel toont ook of de einddatum van geldigheid wel of niet ingevuld moet worden bij de aanvraag.
Documentnummer | Verblijfstitel | Geldigheidsduur | Wel/niet einddatum geldigheid invullen bij aanvraag |
---|---|---|---|
III (verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel) | 26 | Gerelateerd aan geldigheidsduur verblijfsdocument, met een minimum van 1 en een maximum van 3 jaar | Wel invullen |
IV (verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd asiel) | 27 | 5 jaar | Niet invullen |
V (EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene) |
27 | 5 jaar | Niet invullen |
Nummer verblijfsdocument vermelden bij aanvraag reisdocument
Sinds begin oktober 2019 is de nummering van verblijfsdocumenten aangepast.
In het vluchtelingenpaspoort moet het nummer van het verblijfsdocument als volgt worden vermeld:
Het type verblijfsdocument (Romeinse cijfer III, IV of V), gevolgd door een streepje, de letter V en 8 cijfers en/of letters. Voorbeeld: III-V123AL568.
Het cijfer ‘0’ en de letter ‘O’ worden niet meer opgenomen in het nummer van het verblijfsdocument.
Het nummer van het verblijfsdocument wordt op pagina 3 van het vluchtelingenpaspoort vermeld. Het vermelden wordt bepaald door het vluchtelingenverdrag.
Territoriale geldigheid reisdocument voor vluchtelingen
Een reisdocument voor vluchtelingen is geldig voor alle landen, met uitzondering van het land waarvan de houder de nationaliteit bezit (beperking van de territoriale geldigheid).
Een reisdocument voor vluchtelingen is niet geldig voor het land van herkomst omdat een land het recht heeft te bepalen wie zijn onderdanen zijn. En wie van die onderdanen een reisdocument mag krijgen en zich daarmee identificeert.
De beperking territoriale geldigheid wordt opgenomen in het reisdocument met standaardclausule Xa (Uitgezonderd/Except/à l’Exception de…, artikel 16 en 39 lid 4 PUN).
Vaststellen territoriale geldigheid reisdocument voor vluchtelingen
Is de nationaliteit van de aanvrager bekend en is deze hetzelfde in de BRP en in het verblijfsdocument? Dan moet de clausule voor beperking territoriale geldigheid opgenomen worden in het reisdocument. Als de nationaliteit in de BRP onbekend is en op het verblijfsdocument wel een nationaliteit staat, is ook in dit geval het verblijfsdocument leidend voor de bepaling van de nationaliteit. Daarmee is het verblijfsdocument ook leidend voor de vaststelling van de territoriale geldigheid van het reisdocument.
Inname reisdocument voor vluchtelingen bij verkrijging Nederlandse nationaliteit
Het reisdocument voor vluchtelingen vervalt van rechtswege als de houder de Nederlandse nationaliteit verkrijgt (artikel 47 lid 1 onder b van de Paspoortwet). Het is raadzaam de houder hierover te informeren vóór de naturalisatieceremonie, zodat hij het reisdocument direct op de ceremonie kan inleveren. Is dit gebeurd? Dan registreert u de inhouding in de BRP door het plaatsen van een ‘I’ in categorie 12 op de persoonslijst. Is de houder niet in de gelegenheid (geweest) om het reisdocument direct in te leveren? Dan registreert u het verval van rechtswege in de BRP door het plaatsen van een ‘R’ in categorie 12 op de persoonslijst.
Nationaliteit | Wel of geen clausule opnemen |
---|---|
Bekend | Ja |
Onbekend | Nee |
Staatloos | Nee |